Het wetsvoorstel introduceert een tweedeling in het landelijke landbouwgebied, namelijk een agrarische hoofdstructuur en gebieden voor maatschappelijke landbouw. Het voorstel is direct doorgestuurd naar de Raad van State voor advies. Gezien de omvang en complexiteit van de wet wordt verwacht dat het minimaal drie maanden zal duren voordat het advies beschikbaar is.
Een initiatiefwet is een wetsvoorstel dat niet door het kabinet, maar door één of meerdere Tweede Kamerleden wordt opgesteld en ingediend. Kamerleden gebruiken dit instrument om zelf wetgeving tot stand te brengen wanneer zij vinden dat bepaalde onderwerpen aandacht of verandering vragen.
Het wetsvoorstel introduceert een tweedeling in het landelijke landbouwgebied, namelijk een agrarische hoofdstructuur, waar agrarische productie centraal staat en gebieden voor maatschappelijke landbouw, waar landbouw samengaat met andere belangen, zoals natuur, waterbeheer en recreatie. In deze gebieden geldt beperkende regelgeving.
Grondgebondenheid
Een belangrijk onderdeel is de verplichting voor melkveehouders om voldoende grond beschikbaar te hebben per grootvee-eenheid (GVE). Vanaf 2028 moeten melkveehouders minimaal 0,20 hectare grasland of rustgewas per GVE aanhouden. Vanaf 2034 gaat die norm omhoog naar 0,35 hectare. De toegestane rustgewassen moeten inzetbaar zijn als voer voor het vee. Alleen landbouwgrond die onderdeel is van het eigen bedrijf of waarvoor een samenwerkingsovereenkomst met een ander landbouwbedrijf is afgesloten, mag worden meegerekend. In beide situaties geldt een maximale afstandseis van 50 kilometer.
Nieuwe GVE-berekening
De berekening van GVE’s verandert: de melkproductie per koe wordt bepalend voor de GVE-waarde. Een koe die minder dan 5.600 kg melk per jaar produceert, wordt geteld als 0,74 GVE. Bij een jaarproductie van meer dan 15.100 kg loopt deze waarde op tot 1,45 GVE. Dit zijn de uiterste waarden in de nieuwe tabel. Voor jongvee gelden vaste GVE-waarden: dieren van één jaar en ouder tellen mee voor 0,53 GVE, terwijl jongvee jonger dan één jaar wordt gerekend als 0,23 GVE.
Beperkingen op het mesttransport
Het voorstel introduceert ook strengere regels voor mestvervoer. Het wordt verboden om dierlijke mest over meer dan 100 kilometer te transporteren, tenzij het transport binnen dezelfde vervoersregio blijft. Nederland wordt hiervoor verdeeld in drie regio’s:
- Regio A: Groningen, Friesland, Drenthe
- Regio B: Overijssel, Gelderland, Utrecht, Flevoland, Noord-Holland, Zuid-Holland (m.u.v. Goeree-Overflakkee)
- Regio C: Limburg, Noord-Brabant, Zeeland en Goeree-Overflakkee
Uitzonderingen gelden voor mest die wordt afgevoerd naar een verwerkende onderneming, voor paarden-, pony- en pluimveemest die bestemd is voor de champignonteelt, en voor biologische mest.
Maatschappelijke landbouwgebieden
Provincies krijgen de verantwoordelijkheid om maatschappelijke landbouwgebieden aan te wijzen. Boeren die hier actief zijn, kunnen een hectarevergoeding ontvangen wanneer zij niet meer dan 1,5 GVE per hectare aanhouden, gemiddeld over een kalenderjaar. Die vergoeding ligt naar verwachting tussen de €1.000 en €2.500 per hectare per jaar. Voor melkveehouders in veenweidegebieden wordt een afwijkende norm voorgesteld: minimaal 0,5 hectare grasland of bouwland met rustgewas per GVE.
Vooruitzichten op behandeling in de Tweede Kamer
In een video van Nieuwe Oogst geeft Anne-Marijke Podt (D66) aan dat haar partij grondgebondenheid ondersteunt. Ook Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) heeft eerder het belang daarvan onderstreept. Daarnaast hebben zowel het CDA als de VVD zich positief uitgesproken over grondgebondenheid. Het is nu aan de Raad van State om advies uit te brengen, waarna de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel verder kan behandelen.